The White Lotus achterna reizen, het blijkt een dingetje. Na onze roadtrip naar Sicilië - drie dagen rijden, voor wie het zich afvraagt - belanden we onze eerste avond in Thailand in Theatre Residence, eigendom van de vrouw beter bekend als Sritala. Eén van onze levendigste herinneringen aan een vorige reis naar de Thaise hoofdstad, en vooral aan de gefrituurde insecten die papa er at, is er eentje aan Khao San Road.

Lang moeten we dus niet nadenken over de bestemming voor onze eerste avond, die Ben later zal omschrijven als “de Overpoort on steroids”. Denk: een aanslag op al je zintuigen, van de knallende techno, over de opvallende wietgeur, tot de lallende straatverkopers. Hoe uitgerekend ik hier niet overprikkeld van raak, is ons allemaal een raadsel.

Bangkok

Het staat allemaal in schril contrast met onze volgende uitstap: een bezoek aan het paleis van Bang Pa-In en de tempels van Ayutthaya, die je misschien herkent uit die andere televisiereeks, De Mol. Tussen een koninklijk zomerpaleis dat aan Mini-Europa doet denken en impressionante tempels die mini-Angkor Wat worden genoemd, lijkt het alsof je op een halve dag ook de halve wereld hebt rondgereisd.

Toch is de kans groot dat de mensen die we vandaag ontmoeten ons het langst zullen bijblijven. De monniken waarmee we een praatje maken over geluk. Of Pat, officieel onze gids, officieus onze fotograaf. Zelden iemand met zo’n enthousiasme foto’s zien maken, en dat wil al iets zeggen, komende van een fotograaf die zich zonder verpinken op de grond smijt voor een goede hoek (if you know, you know).

Met een zus die al twee keer een fietsongeluk had en een lief dat ik nog maar twee keer heb zien fietsen in de afgelopen tien jaar, klinkt een fietstocht doorheen Bangkok by night misschien niet als het beste idee, maar de tour verloopt zonder incidenten, hoera!

Het is er eentje om je ogen uit te kijken, langs het Chinatown met de felgekleurde lichten en de bloemenmarkt met de felgekleurde kransen. Nu weten we meteen waar en hoe de malai worden gemaakt waarmee we hier al meermaals hartelijk werden begroet.

Kanchanaburi

Een zwijgzame Duitser, een zatte Fin en een zwerm Belgen stappen in een busje. Niet het begin van een slechte mop, wel van onze uitstap vanuit het Good Times Resort in Kanchanaburi. Hadden we geweten dat de hot springs niet toegankelijk zouden zijn door de regen, dan hadden we ons wat langer over de Sai Yok Waterfall kunnen verwonderen.

Al weten we op dat moment niet dat het bijzonderste nog moest komen: de Death Railway, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd aangelegd. Hellfire Pass, een van de dodelijkste spoorwegtunnels, dankt haar bijnaam aan het beeld van uitgemergelde dwangarbeiders die onder het licht van brandende fakkels en het geluid van tuig en terging een spoorwegtunnel tevoorschijn moesten toveren uit een bergketen. Een scène die recht uit de hel had kunnen komen.

De spoorlijn vervolgt haar weg over verschillende bruggen, van houten exemplaren tot de iconische Bridge over the River Kwai. Zeg trouwens niet ‘kwaaj’, maar ‘kwee’. Tenzij je het in Thailand over buffels wil hebben.

Krabi

Tussen discobussen en zijspannen, longtail- en speedboten, binnen- en buitenlandse vluchten zetten we onze reis verder, ter land, ter zee en in de lucht. En aangezien een vakantie op een eiland niet compleet is zonder boottocht, varen we van Railay Bay Resort naar Koh Hong en omliggende eilanden.

Terwijl Ben en papa niet snel genoeg kunnen verdwijnen met hun snorkels en mama al even vlot haar boek opdiept, klimmen Ruune en ik - niet via rotsen, wel via trappen - naar een 360°-uitkijkpunt, waar we worden getrakteerd op helderblauw water, groenbeboste rotsen en hagelwitte stranden.

Op een volgende aanmeerplaats bestaat de traktatie dan weer uit een zorgvuldig voorbereide picknick, waarvoor onze gids zelfs een bluetoothspeaker uit zijn picknickmand tovert. Alles wat je van zo’n uitstap verwacht, quoi. Maar of het koppel dat een paar meter verder een romantisch moment lijkt te beleven er ook zo mee gediend is, durf ik te betwijfelen. 

Blijkt dat de grootste apen van het gezelschap niet de makaken zijn die zich in de bomen van het resort schuilhouden. Onze volgende uitstap is er een naar de Tiger Cave, een boeddhistische tempel die zich onthult aan de dapperen die bereid zijn 1.260 steile treden van soms wel 30 centimeter hoog te trotseren.

Uiterààrd denken Ben, papa en ik dat het een uitstekend idee is om die klim aan te vatten bij een temperatuur van 30 graden. Ben spelen we na een kwart van de tocht naar boven kwijt, maar papa en ik - Natensen die we zijn - klimmen koppig verder.

Na wat voor papa een van de zwaarste fysieke inspanningen in zijn 52-jarige bestaan is, bereiken we dan toch het metershoge, vergulde beeld van de Boeddha. Een spirituele ervaring, dat wil ik best geloven. Maar wanneer ik ’s nachts oncontroleerbaar lig te trillen door de hitteslag, zie ik mijn leven toch ook even voorbijflitsen. Hopelijk heeft de verkoeling die we zochten in de Emerald Pool, ten midden van het regenwoud, de schade deels beperkt.

Koh Ngai

Na vijf geplande excursies - Ayutthaya, Bangkok by night, Kanchanaburi, Koh Hong en Tiger Cave - tijdens de eerste helft van de reis, staat het tweede deel in het teken van zon, zee en zorgeloos nietsdoen. Daarvoor is het Thapwarin Resort op Koh Ngai de perfecte plek, want de vier dagen die we er doorbrengen, zien er  ongeveer zo uit.

Wakker worden doe je bij het ruisen van de zee en het waaien van de witte gordijnen, waarna we elkaar een goedemorgen wensen aan het ontbijtbuffet (Ben kiest trouwens al de hele reis steevast voor gebakken rijst). Wanneer de groep zich niet opsplitst om te snorkelen en te lezen - drie keer raden wie welke activiteit verkiest - zitten we samen op het terras van onze beach cottage om spelletjes te spelen.

Mocht je het willen weten: Ben wint de muziekquiz, Ruune het Unotoernooi, en papa scoort het minste aantal punten bij 1000 Bommen en Granaten. Zelfs onze schoenen dragen we hier zelden, want om ’s avonds iets te gaan eten in het restaurant van het naburige resort, moeten we ons een weg door de branding banen. En wanneer papa gaat duiken, laten Ruune, mama en ik ons masseren. Schrap die Thaise massage dus ook maar van de bucketlist.

Koh Lanta

Klinkt paradijselijk, nietwaar? Wel, op Koh Lanta keert het tij, of tenminste het weer. Zelfs tijdens eerdere reizen in het regenseizoen maakten we nog niet eerder mee dat het begint te regenen en gewoonweg dagenlang niet stopt. Zwemmen in de infinity pool van het Rawi Warin Resort doen we dus niet veel, zeuren over het weer gelukkig ook niet. Zeker niet wanneer we een paar dagen later lucht vangen van de grote overstromingen die een stukje zuidelijker het land teisteren.

In een pick-up met alweer een bluetoothspeaker die we zelf mogen bedienen - de playlist van de muziekquiz komt hierbij goed van pas - laten we ons letterlijk en figuurlijk vervoeren. Naar de Walking Street, waar we naar hartenlust souvenirs en kerstcadeaus inslaan. Naar de Old Town, waar zelfs de regen ons niet meer deert. En naar South Corner Tattoo, want dat is wat mijn gezin nu eenmaal doet als het slecht weer is.

Mijn recentste toevoeging? Een kompasnaald die evenzeer symbool staat voor mijn eigen weg volgen als voor thuiskomen bij mijn gezin.

Gent

De vluchten die worden geannuleerd door drones en stakingen en de treinen die vertraging moeten hebben en toch op tijd vertrekken ten spijt, geraken we na meer dan 24 uur en een tussenstop in Haacht - voor frietjes van de frituur, what else - dan toch in Gentje.

Wat ik nu al mis? De ananas die zoveel zoeter smaakt. De kamerplanten die daar gewoon in het wild groeien. Maar ook en vooral de vertrouwdheid van de mensen waarmee ik 23 jaar onder één dak heb gewoond en de man waarmee ik al tien jaar lief en leed deel.